In traditionele transformatieprojecten, en smart cities zijn helaas geen uitzondering, wordt het niet voorzien of aanwezig zijn van data om bepaalde functies mogelijk te maken vaak te laat in de project levenscyclus gedetecteerd. Dit verhoogt de kost en vertragingen in het project. Daarom is het nodig om van in het begin van een project de focus te leggen op het identificeren en oplossen van de nood aan data tijdens de hele looptijd van het project, inclusief na afloop van het project. Deze "Data-first" benadering laat organisaties toe om sneller strategische doelstellingen te realiseren. Een "Data-Ops" proces ondersteunt deze benadering. "Data-first" wil niet alleen zeggen dat er moet nagedacht worden over welke data gegenereerd kunnen worden of nodig zijn in het project alleen, maar ook hoe data als een hefboom kunnen werken voor toekomstige projecten.
Dit wil zeggen dat er moet nagedacht worden waar de data kunnen ontsloten worden, wat de kwaliteit van de data moet zijn, hoe deze duurzaam en interoperabel kunnen voorgesteld worden, wat de kost is om deze bij te houden en wat de kost is om deze eventueel later te ontsluiten. Elk project kan data genereren die misschien niet direct relevant lijken, maar vanuit strategisch oogpunt heel belangrijk kunnen zijn. Een voorbeeld is slimme verlichting, waar de data die gebruikt worden om beweging te detecteren via camera's ook kunnen gebruikt worden voor eventuele "crowd monitoring", of geluidssensoren voor het aansturen van de verlichting ook kunnen gebruikt worden om noodsituaties in de stad in kaart te brengen. Op die manier kan een data-first benadering dus ook de basis zijn voor een aanbesteding voor hardware en software van Smart City initiatieven.