Thematische werkgroep 2: Mobiliteitsbudget voor burgers - doelgroep: mobiliteitsaanbieders
Context
Initiatief
Om een omslag te maken naar duurzame personenmobiliteit in Vlaanderen moeten de duurzame mobiliteitsvormen worden gestimuleerd en drempels worden weggenomen. De alternatieven voor een traditionele diesel- of benzinewagen die geparkeerd staat in je straat voor de deur zijn zeer divers: trein, bus, deelfiets en step, deelwagen, parkeergarages en het publiek kunnen laden van een elektrische wagen zijn in onze steden steeds meer beschikbaar. Met de uitrol van mobipunten versterkt ook de Vlaamse Overheid dit aanbod. Als je volwaardig van de veelheid aan mobiliteit in je stad of gemeente wil kunnen genieten dan zou je al die diensten makkelijk en flexibel moeten kunnen consumeren. Elk van die mobiliteitsaanbieders heeft nu een eigen app met telkens een aparte account en daaraan verbonden ‘rekening’, waarborgen en gebruiksvoorwaarden, en dat is niet handig.
In een B2B setting werd er de afgelopen jaren werk gemaakt van de opzet van MaaS of MoDi: Mobiliteit als een Dienst. Eén app of kaart met soms een abonnementsformule waarmee je alle mobiliteitsdiensten kan consumeren waar en wanneer het je past. Ook zijn er enkele grootbanken die een dergelijk aanbod hebben opgenomen in hun app.
Met het Mobiliteitskrediet voor burgers willen we hen via een MaaS aanbod toegang geven tot een mobiliteitsbudget. We organiseren het mobiliteitsbudget zo dat elke stad of gemeente haar beleid gericht kan vertalen in voordelen voor specifieke modi op specifieke locaties. Burgers die in het centrum wonen kunnen daarbij andere voordelen genieten dan deze die buiten het centrum wonen omdat hun noden anders zijn en het beleid in het centrum (bv. voor parkeren) anders is. Met extra ‘nudging’ technologie geven we zo op een zeer efficiënte manier een push aan de alternatieven.
Door slim gebruik te maken van de gebruiksdata kunnen we de publieke middelen inzetten waar ze het meest renderen. Bovendien waken we als stad erover dat iedereen mee is: inclusie is een essentieel element van het Mobiliteitskrediet van de burger, ook als die geen smartphone heeft of om welke reden dan ook kwetsbaar is in het dagelijkse leven.
Economie is mobiliteit. Zonder dat wij ons als persoon kunnen verplaatsen kan een gezonde economie niet draaien. Burgers verplaatsen zich om te gaan werken, winkelen ontspannen en om elkaar op te zoeken. Met het mobiliteitsbudget voor de burger geven we dan ook iederéén de kans om zijn of haar verplaatsingen naar werk, school, winkel of voor vrije tijd duurzaam te maken. Minder wagens op de weg betekent ook minder congestie, en dat is op zijn beurt rechtsreeks een economische winst voor wie noodzakelijk wél met de wagen, bestelwagen of vrachtwagen de weg op moet.
De scope van het project is het inhoudelijk testen van een mobiliteitsbudget voor burgers. Het mobiliteitsbudget is een budget dat door de lokale overheid aangeboden wordt aan burgers ter besteding aan mobiliteit in de brede zin van het woord. Cfr. federaal mobiliteitsbudget.
Waarom?
- Alternatieven bieden voor straatparkeren
- Het sturen van mobiliteitsgedrag van burgers
- Het verder verduurzamen van personenmobiliteit
- Bijdragen tot leefbare stad
- Bruikbare data die inzichten verwerft en ondersteuning geeft aan beleidsbeslissingen
- Bestuursakkoord Stad Hasselt
Hoe?
- Via een bestaand geoptimaliseerd (MaaS) platform
- Testen gedurende 6 maanden
- Min. 100 testpersonen per stad
Implementatie
- Maasplatform: Het project maakt gebruik van het bestaande mobiliteitsplatform Olympus Mobility om kosten en tijd te besparen.
- Testperiode: Gedurende zes maanden wordt het mobiliteitsbudget getest onder burgers in Hasselt en Leuven. De testperiode loopt tot 1 december 2024.
Bevindingen tot nu toe
- Gebruik van Budget: Het budget wordt voornamelijk besteed aan treindiensten (NMBS), busdiensten (De Lijn), en deels aan deelwagens.
- Gebruikers: Testers omvatten een diverse groep van bewoners, inclusief studenten en mensen met lagere inkomens, om de impact op verschillende demografische groepen te evalueren.
- Budgettoewijzing: Er zijn verschillende budgetgroepen die een maandelijks budget ontvangen, variërend van niet-overdraagbaar tot spaarsystemen. Het gemiddelde budget per persoon bedraagt ongeveer 200 euro over de testperiode.
Toekomstplannen
- Analyse en rapportage: resultaten en data zullen in de zomer worden geanalyseerd om een business case te ontwikkelen.
- Uitbreiding en finetuning: evaluatie van het potentieel om dit mobiliteitsbudget breder uit te rollen en eventueel te combineren met andere budgetten of incentiveringsacties van handelaren.
Financiële aspecten
- Kosten vs. baten: Het project moet aantonen dat de voordelen voor de stad of gemeente de kosten rechtvaardigen. Er wordt gekeken naar een combinatie van lokale en federale budgetten en mogelijke bijdragen van externe partijen.
Vragen
- Met welk MaaS platform gingen jullie in zee? - met Olympus Mobility
- Wie is de doelgroep van het budget? - voor de testfase golden er selectieciteria voor de deelnemers, voor Hasselt werden enkel deelnemers geselecteerd die binnen de grote ring woonachtig zijn omdat het aanbod van deelmobiliteit daar het grootste is. Verder werd er ook geselecteerd op personen en gezinnen met een auto om het autogebruik te evalueren. Voor Leuven werd gefocust op lagere inkomens om te evalueren of een mobiliteitsbudget inclusie kan verhogen op vlak van mobiliteit. Elke deelnemer ontving een budget van ongeveer 200 euro, in 1 geheel, in schijven, al dan niet overdraagbaar. De bedoeling is om aan te tonen dat het budget een positieve stimulans geeft aan het gebruik van gedeelde mobiliteit. Er zijn heel wat uitbreidingsmogelijkheden bvb parkings, korting bij aankoop van een fiets etc. Het zou dus mogelijk zijn om het federale mobiliteitsbudget uit te breiden en dit door lokale besturen of derden te laten aanbieden aan de gebruikers.
- Hoe wordt de link gemaakt met het mobiliteitsbudget in de privé? Dit is fiscaal ingewikkeld? - Deze vragen maken deel uit van het onderzoek. Momenteel worden beide budgetten gescheiden voor het onderzoek maar het zou interessant kunnen zijn om er 1 grote pot van te maken die nationaal kan uitgerold worden.
- Zou Hasselt open staan om de bewonerskaart in het mobiliteitsbudget te steken? Momenteel is deze gratis maar indien bewoners zonder wagen een compensatie krijgen via het mobiliteitsbudget kan dit interessant zijn? - Dit was het uitgangspunt van het project. Uiteraard is het beleid ook nog onderhevig aan de resultaten van de verkiezingen.
- Testen jullie de werking van een MaaS platform? - Dit is niet de bedoeling, het onderzoek omvat niet het testen van Olympus Mobility. Er wordt enkel gebruik gemaakt van dit platform omdat het het dichtste in de buurt kwam van wat er nodig was. Tot nu toe werd duidelijk dat er een aantal hiaten zijn waarvoor niet onmiddellijk een oplossing kon gevonden worden. Nu wil men vooral duidelijkheid krijgen rond wat de gebruikers nodig hebben. Op basis van deze analyse kan er in de toekomst, binnen het kader van een nieuw project, een opdracht uitgeschreven worden om een mobiliteitsplatform aan te passen naar de geïdentificeerde noden en behoeften van de lokale besturen die interesse hebben om dit uit te rollen.
MOW
Het departement Mobiliteit & Openbare werken neemt actief deel aan de werkgroepen rond dit project. In 2021 werd een Vlaams MaaS afsprakenkader afgeklopt. Hierbij werden verschillende stakeholders betrokken: MaaS aanbieders, vervoersaanbieders, lokale besturen, data makelaars en gebruikers. In dit document werden een aantal basis afspraken opgenomen die gezien werden als een startpunt voor een MaaS afsprakenkader. Het document bevat daarnaast een aantal beleidsaanbevelingen. In september 2022 werd daarnaast de interfederale MaaS visie gepubliceerd. Hiertoe werden begin 2024 verschillende werkgroepen georganiseerd rond verschillende onderwerpen:
- Bewustwording & communicatie, waarvan MOW trekker is
- In deze werkgroep wordt dieper ingegaan op de definitie van MaaS
- Data-harmonisatie
- Harmonisatie betalingsinfrastructuur
- Reglementering
VLOCA
VLOCA, de Vlaamse Open City Architectuur, is een initiatief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van de Vlaamse Overheid. De hulp van VLOCA aan lokale besturen start bij het scherpstellen van duidelijke, verstaanbare use cases en loopt door tot de aanbestedingsfase van het project. VLOCA vormt op deze manier een duidelijke brug tussen de beleidsdoelstellingen van het lokale bestuur en de technische laag waarin de oplossingen beschreven en geïmplementeerd worden. We stellen de juiste vragen en verzamelen de noden en behoeften van alle stakeholders (lokale besturen, kenniscentra, bedrijven en burgerorganisaties). Door een gestructureerde aanpak en verwerking van deze informatie wordt de ontwikkeling van herbruikbare bouwblokken, standaarden en normen gestimuleerd die van Vlaanderen één grote interoperabele slimme regio kunnen maken. De opgedane kennis en ervaring wordt ontsloten via een kennishub waarop onder andere draaiboeken, architectuur componenten en modellen ter beschikking gesteld worden voor alle andere lokale besturen en stakeholders.
VLOCA model
ID | Beschrijving |
UC1 | Overkoepelende platform die toegang heeft aan alle participerende mobiliteitsaanbieders, opdat een intermodaal transport traject mogelijk maakt |
UC2 | Een budget beheer platform die alle 'transacties' bijhoudt en toelaat |
UC3 | Een owner platform die de 'eigenaars' van dit overkoepelende platform alle rechten en plichten beheert |
UC4 | Een donor platform die de 'donors' toelaat om budget te geven, storten en evt recupereren |
UC5 | Een gebruikers platform die de 'gebruikers' toelaat om tickets te bestellen, betalen en beheren |
UC6 | Een platform die de overheid een overzicht geeft van alle transacties in dit ecosysteem |
UC7 | Participerende spelers 'transport' : Alle 'variabele' transport leveranciers die hun aanbod op het platform willen aanbieden |
UC8 | Participerende spelers 'mobiliteit' : Alle andere mobiliteits leveranciers (bvb fietsenwinkels, ed) die hun aanbod op het platform willen aanbieden |
UC9 | Variabele subsidies naar openbaar vervoer ipv 'vaste' bedragen |
UC10 | Incentiveringsplatform waarbij goed gedrag gecapteerd en beloond wordt door een 'donor' op de 'mobiliteitsbudget' |
Focus vandaag: UC 4, 6 en 9.
Het project begint met een duidelijke visie en missie, die ambitieuze doelen stellen voor wat we willen bereiken. Om deze doelen te realiseren, hebben we het project opgedeeld in behapbare onderdelen volgens het Vloka-model. Deze aanpak zorgt ervoor dat elk onderdeel essentieel bijdraagt aan het succes van het project.
Centraal in het project staat het overkoepelende platform dat alle stakeholders, zoals donoren en lokale besturen, met elkaar verbindt. Dit platform biedt een interface voor lokale overheden en hoopt ook bedrijven aan te trekken die bepaald gedrag willen belonen en stimuleren.
Daarnaast is er een gebruikersinterface ontwikkeld, die momenteel wordt getest. Deze testfase geeft waardevolle informatie over hoe gebruikers de interface ervaren, hun behoeften en eventuele obstakels waar ze tegenaan lopen.
Een ander cruciaal onderdeel is de transportaanbodinterface. Deze interface zorgt voor de koppeling tussen transportbedrijven en het platform, zodat gebruikers weten welke diensten beschikbaar zijn voor hun trajecten. Hiermee wordt informatie correct uitgewisseld en kunnen bedrijven hun aanbod gemakkelijk plaatsen.
Het transactieplatform is ook van groot belang. Hier wordt het mobiliteitsbudget beheerd en worden transacties bijgehouden na elk gebruik. Dit platform zorgt ervoor dat de financiële afwikkeling soepel verloopt, of het nu gaat om donortransfers of gebruikstransfers.
Voor de overheid is er een Business Intelligence (BI) component geïmplementeerd. Dit biedt rapportages en inzichten die de overheid helpen het project te evalueren en bij te sturen. Het doel is om te zien of het project goed werkt en het gewenste gedrag stimuleert, en om alle benodigde gegevens op een gestructureerde manier aan de lokale besturen te leveren.
Tot slot is er ook een incentiveringsplatform, vergelijkbaar met een project in Geel. Dit platform beloont goed gedrag van burgers met een budget dat zij kunnen besteden. We moeten nadenken over hoe we dit platform goed kunnen integreren met het bestaande systeem.
Met deze opzet hoopt het project duurzame mobiliteit te stimuleren en waardevolle data te verzamelen om toekomstige beleidsbeslissingen te ondersteunen.
Brainstormsessie
Doel
Het doel van de brainstormsessie is het volgende:
- Identificatie van de meerwaardecreatie
- Inzicht in wat je nodig hebt om de meerwaardecreaties te realiseren
- Platform vereisten lokale besturen
- Opsommen van valkuilen en potentiële principes waaraan de oplossing moet voldoen
- Verduurzamen van de oplossing
Oefening 1+2
Bij deze oefeningen stonden we stil bij de volgende vragen:
1) Wat is de meerwaarde van een mobiliteitsbudget voor een lokaal bestuur? Hoe draagt deze oplossing bij tot het behalen van de beleidsdoelstellingen? Welke zijn dit?
Voorbeeld:
-Minder verkeersdrukte maakt een stad aantrekkelijker
2) Wat heb je nodig om de geïdentificeerde meerwaardecreaties uit oefening 1 te realiseren? Lijst de acties op
Voorbeeld:
-Door alternatieve mobiliteit te gaan sponsoren, gaan er minder auto’s zijn in de binnenstad. Dit maakt een stad aangenamer/aantrekkelijker.