Het European interoperability framework [1] is een initiatief van de Europese Commissie om richting te geven voor het uitbouwen van interoperabele publieke digitale diensten. Het biedt overheidsdiensten 47 concrete aanbevelingen om het beheer van hun interoperabiliteitsactiviteiten te verbeteren, relaties tussen Organisaties tot stand te brengen, processen ter ondersteuning van end-to-end digitale diensten te stroomlijnen en ervoor te zorgen dat zowel bestaande als nieuwe wetgeving de inspanningen op het gebied van interoperabiliteit niet in het gedrang brengt.

Het nieuwe EIF wordt uitgevoerd in het kader van de prioriteit van de Commissie om een digitale interne markt in Europa tot stand te brengen. De publieke sector, die goed is voor meer dan een kwart van de totale werkgelegenheid en via overheidsopdrachten ongeveer een vijfde van het bbp van de EU vertegenwoordigt, speelt een sleutelrol in de digitale eengemaakte markt als regelgever, dienstverlener en werkgever.

De succesvolle uitvoering van het EIF zal de kwaliteit van de Europese overheidsdiensten verbeteren en een omgeving creëren waarin overheidsdiensten digitaal kunnen samenwerken. Voor een volledige beschrijving van het EIF verwijzen we naar de EIF brochure [2]

Voordelen

Alle EU-landen zijn momenteel bezig met het digitaliseren van hun overheidsdiensten. Door de aanbevelingen van het nieuwe EIF op te volgen, zullen de EU-landen een gemeenschappelijke aanpak volgen wanneer zij hun overheidsdiensten online beschikbaar stellen, deze van begin tot eind integreren, hun informatiebronnen beheren of zich bezighouden met veiligheids- en gegevensbeschermingsregels.

Dit zal ervoor zorgen dat de diensten toegankelijk zijn, niet alleen binnen hun nationale grenzen, maar ook over de grenzen van landen en beleidsterreinen heen. Met andere woorden, zij zullen interoperabiliteit in de praktijk toepassen. Op die manier kunnen overheidsdiensten tijd besparen, kosten besparen, de transparantie vergroten en de kwaliteit van de diensten die zij aan burgers en bedrijven aanbieden, verbeteren.

Actieplan

Het EIF gaat vergezeld van het Interoperabiliteitsactieplan, waarin de prioriteiten worden geschetst die de uitvoering van het EIF van 2016 tot 2020 moeten ondersteunen.

Het Interoperabiliteitsactieplan bestaat uit vijf aandachtsgebieden, die betrekking hebben op de identificatie van mechanismen voor het beheer van de interoperabiliteit, de samenwerking tussen [[::Category:Organisaties| Organisaties]], de betrokkenheid van belanghebbenden en de bewustmaking van de voordelen van interoperabiliteit. Het omvat ook de ontwikkeling, verbetering en bevordering van belangrijke interoperabiliteitsmogelijkheden, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften en prioriteiten van de eindgebruikers.

Interoperabiliteitsprincipes

subsidiariteit & evenredigheid

Het subsidiariteitsbeginsel vereist dat EU-besluiten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. Met andere woorden, de EU neemt geen maatregelen, tenzij dit doeltreffender is dan dezelfde maatregelen die op nationaal niveau worden genomen. Het evenredigheidsbeginsel beperkt het optreden van de EU tot wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken.

Openheid

In de context van interoperabele overheidsdiensten heeft het begrip "openheid" vooral betrekking op gegevens, specificaties en software. Open overheidsdata (hier eenvoudigweg "open data" genoemd) verwijst naar het idee dat alle publieke gegevens vrij beschikbaar moeten zijn voor gebruik en hergebruik door anderen, tenzij er beperkingen gelden voor bijvoorbeeld de bescherming van persoonsgegevens, vertrouwelijkheid of intellectuele eigendomsrechten.

Herbreuikbaarheid

Hergebruik betekent dat overheidsdiensten die met een specifiek probleem worden geconfronteerd, proberen te profiteren van het werk van anderen door te kijken naar wat er beschikbaar is, het nut of de relevantie ervan voor het betreffende probleem te beoordelen en, waar nodig, oplossingen aan te nemen die hun waarde elders hebben bewezen. Dit vereist dat de overheid openstaat voor het delen van haar interoperabiliteitsoplossingen, concepten, kaders, specificaties, instrumenten en Componenten met anderen.

Technische neutraliteit en overdraagbaarheid van gegevens

Bij de oprichting van Europese overheidsdiensten moeten overheidsdiensten zich concentreren op functionele behoeften en beslissingen over technologie zo lang mogelijk uitstellen om de technologische afhankelijkheid tot een minimum te beperken, om te vermijden dat specifieke technische implementaties of producten worden opgelegd aan hun bestanddelen en om zich te kunnen aanpassen aan de snel evoluerende technologische omgeving.

Gebruikersgerichtheid

De gebruikers van Europese overheidsdiensten zijn alle overheidsdiensten, burgers of bedrijven die toegang hebben tot en profiteren van het gebruik van deze diensten. De behoeften van de gebruikers moeten in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de vraag welke openbare diensten moeten worden verleend en hoe deze moeten worden geleverd.

Inclusief en toegankelijk

Bij inclusiviteit gaat het erom iedereen in staat te stellen ten volle te profiteren van de mogelijkheden die de nieuwe technologieën bieden om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van de Europese openbare diensten, zodat sociale en economische verschillen en uitsluiting kunnen worden overwonnen. Toegankelijkheid zorgt ervoor dat mensen met een handicap, ouderen en andere achtergestelde groepen gebruik kunnen maken van openbare diensten op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van andere burgers.

Privacy en veiligheid

Burgers en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat zij bij hun contacten met de overheid in een veilige en betrouwbare omgeving en met volledige inachtneming van de relevante voorschriften, zoals de verordening en de richtlijn inzake gegevensbescherming en de verordening inzake elektronische identificatie en vertrouwensdiensten, te werk gaan. De overheid moet de privacy van de burgers en de vertrouwelijkheid, authenticiteit, integriteit en onweerlegbaarheid van de door burgers en bedrijven verstrekte informatie garanderen.

Meertaligheid

Europese overheidsdiensten kunnen door iedereen in elke lidstaat worden gebruikt. Meertaligheid moet dus zorgvuldig worden overwogen bij het ontwerpen ervan. Burgers in heel Europa hebben vaak problemen met de toegang tot en het gebruik van digitale overheidsdiensten als deze niet beschikbaar zijn in de talen die zij spreken.

Administratieve vereenvoudiging

Waar mogelijk moeten overheidsdiensten trachten hun administratieve processen te stroomlijnen en te vereenvoudigen door ze te verbeteren of door alles wat geen publieke waarde heeft, te elimineren. Administratieve vereenvoudiging kan bedrijven en burgers helpen de administratieve last van de naleving van de EU-wetgeving of nationale verplichtingen te verminderen. Evenzo moeten overheidsdiensten Europese overheidsdiensten invoeren die met elektronische middelen worden ondersteund, met inbegrip van hun interactie met andere overheidsdiensten, burgers en bedrijven.

Behoud van informatie

De wetgeving vereist dat beslissingen en gegevens worden opgeslagen en gedurende een bepaalde tijd toegankelijk zijn. Dit betekent dat dossiers en informatie in elektronische vorm die in het bezit zijn van overheidsdiensten met het oog op het documenteren van procedures en besluiten, moeten worden bewaard en, indien nodig, moeten worden omgezet in nieuwe media wanneer oude media verouderd zijn. Het doel is ervoor te zorgen dat archieven en andere vormen van informatie hun leesbaarheid, betrouwbaarheid en integriteit behouden en zolang als nodig toegankelijk zijn, met inachtneming van de veiligheids- en privacybepalingen.

Beoordeling van de effectiviteit en efficiëntie

Er zijn vele manieren om de waarde van interoperabele Europese overheidsdiensten te inventariseren, met inbegrip van overwegingen als rendement op investeringen, totale kosten van eigendom, mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid, verminderde administratieve lasten, efficiëntie, verminderd risico, transparantie, vereenvoudiging, verbeterde werkmethoden en mate van tevredenheid bij de gebruikers.

Interoperabiliteitsniveaus

Het EIF heeft een gelaagd model dat a) vier lagen van interoperabiliteit omvat: juridisch, organisatorisch, semantisch en technisch b) een transversale component van de vier lagen, "geïntegreerd beheer van de openbare dienst" en c) een achtergrondlaag, "interoperabiliteitsgovernance".

Interoperabiliteitsgovernance

Interoperabiliteitsgovernance heeft betrekking op besluiten over interoperabiliteitskaders, institutionele regelingen, [[::Category:Organisaties| Organisaties]]tructuren, rollen en verantwoordelijkheden, beleid, overeenkomsten en andere aspecten van het waarborgen en controleren van de interoperabiliteit op nationaal en EU-niveau.

Het Europese interoperabiliteitskader, het interoperabiliteitsactieplan en de Europese Interoperabiliteitsarchitectuur (EIRA) zijn belangrijke onderdelen van de interoperabiliteitsgovernance op EU-niveau.

De INSPIRE-richtlijn is een belangrijke domeinspecifieke illustratie van een interoperabiliteitskader met inbegrip van wettelijke interoperabiliteit, coördinatiestructuren en technische interoperabiliteitsregelingen.

Geïntegreerd beheer van de openbare diensten

Voor de Europese openbare dienstverlening moeten vaak verschillende overheidsdiensten samenwerken om tegemoet te komen aan de behoeften van de eindgebruikers en openbare diensten te verlenen op een geïntegreerde manier. Wanneer er meerdere [[::Category:Organisaties| Organisaties]] betrokken zijn, is er behoefte aan coördinatie en bestuur door autoriteiten met een manadaat voor planning, uitvoering en exploitatie van Europese overheidsdiensten. De organisatie van de diensten dient garanties te bieden voor: integratie, naadloze uitvoering, hergebruik van diensten en gegevens, en de ontwikkeling van nieuwe diensten en 'bouwstenen'.

Legale interoperabiliteit

Elke overheidsdienst die bijdraagt aan de verlening van een Europese overheidsdienst werkt binnen zijn eigen nationale rechtskader. Bij juridische interoperabiliteit gaat het erom ervoor te zorgen dat [[::Category:Organisaties| Organisaties]] die onder verschillende wettelijke kaders, beleidslijnen en strategieën opereren, in staat zijn om samen te werken. Dit kan vereisen dat de wetgeving de oprichting van Europese overheidsdiensten binnen en tussen de lidstaten niet belemmert en dat er duidelijke afspraken zijn over hoe om te gaan met verschillen in wetgeving over de grenzen heen, met inbegrip van de mogelijkheid om nieuwe wetgeving in te voeren.

Organisatorische interoperabiliteit

Dit heeft betrekking op de manier waarop overheidsdiensten hun bedrijfsprocessen, verantwoordelijkheden en verwachtingen op elkaar afstemmen om gezamenlijk overeengekomen en wederzijds voordelige doelen te bereiken. In de praktijk betekent organisatorische interoperabiliteit het documenteren en integreren of afstemmen van bedrijfsprocessen en uitgewisselde relevante informatie. Organisatorische interoperabiliteit heeft ook tot doel te voldoen aan de eisen van de gebruikersgemeenschap door diensten beschikbaar, gemakkelijk herkenbaar, toegankelijk en gebruikersgericht te maken.

Technische interoperabiliteit

Dit omvat de toepassingen en infrastructuren die systemen en diensten koppelen. Aspecten van technische interoperabiliteit zijn onder meer interfacespecificaties, interconnectiediensten, gegevensintegratiediensten, gegevenspresentatie en -uitwisseling en veilige communicatieprotocollen.

Semantische interoperabiliteit

Semantische interoperabiliteit zorgt ervoor dat het precieze formaat en de betekenis van uitgewisselde gegevens en informatie worden bewaard en begrepen bij de uitwisselingen tussen partijen. Met andere woorden "wat er wordt gestuurd is wat er wordt begrepen". In het EIF heeft de semantische interoperabiliteit betrekking op zowel de semantische als de syntactische aspecten:

  • Het semantische aspect heeft betrekking op de betekenis van gegevenselementen en de relatie(s) ertussen. Het omvat het ontwikkelen van vocabularia en schema's om de gegevensuitwisseling te beschrijven en ervoor te zorgen dat de gegevenselementen worden begrepen op dezelfde manier door alle communicerende partijen;
  • Het syntactische aspect verwijst naar de beschrijving van het exacte formaat van de uit te wisselen informatie in termen van grammatica en formaat.

Een uitgangspunt voor het verbeteren van de semantische interoperabiliteit is het beschouwen van publieke gegevens en informatie als een waardevol openbaar goed.

Referenties