Deelnemers

  • Imec
  • Agentschap Binnenlands Bestuur
  • Agentschap Digitaal Vlaanderen
  • Agentschap Wegen en Verkeer
  • Departement Mobiliteit en Openbare Werken
  • Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO)
  • Brussel Mobiliteit
  • Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG)
  • Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB)
  • Parking.Brussels
  • Stad Antwerpen
  • Stad Brugge
  • Stad Kortrijk
  • Stad Leuven
  • Stad Mechelen
  • Stad Rotterdam
  • 72 Consulting
  • NorthgateArinso

Inleiding

Spreker: Fabian De la Meilleure (ABB)

Korte inleiding met focus op structuur van de Workshop en de kadering van het VLOCA traject Local Digital Twin en het daarbij gekozen thema Duurzame Leefkwaliteit.

Een gemeenschappelijk referentiekader: Wat is een Local Digital Twin?

Spreker: Koen Triangle (Imec)

Voorstelling van technologische en maatschappelijk evolutiemodel: We zijn doorheen verschillende fasen gegaan, met o.a. industriële revoluties en informatiemaatschappij. Nu evolueren we naar een maatschappij 5.0. Internet of Things, AI, blockchain, Digital Twin etc. staan centraal in dit soort maatschappij.

Data zijn daarbij cruciaal: Elke dag creëren we heel wat data en er is een evolutie in deze data. In de komende jaren zal er een enorme toename van de hoeveelheid data zijn en zal de kwaliteit van de beschikbare data toenemen.

Relatie tot bedrijven: Een bedrijven zijn zich dit model aan het toe-eigenen, ze functioneren met minder fysieke assets (platform economie) en komen via de data tot een afstemming tussen vraag en aanbod.

Koppeling naar de publieke sector: De vraag is hoe we deze data kunnen gaan gebruiken in het beleid, rekening houdend met de beleids- en beheerscyclus. We spreken vaak over de data-gedreven overheid (steden zien als agentschappen) en we willen begrijpen hoe en waar de Digital Twin een rol kan spelen in de beleidscyclus. De Digital Twin heeft al een hele weg afgelegd en de vraag is nu hoe Digital Twin zijn rol kan spelen in verschillende fasen van het beleid.

Data-gedreven overheid: Voorstelling van de beleidscyclus en de potentiële relatie van een Digital Twin naar de verschillende fasen van de beleidscyclus.

  • Beleidsvoorbereiding: Focus ligt op monitoring van de omgeving, de identificatie van problematieken en het opstellen van voorstellen.
  • Beleidsdiscussie: Hier kan de Digital Twin ondersteuning gaan geven aan de bredere discussie die dient gevoerd te worden rond het toekomstig beleid.
  • Simulatie: Impactanalyses en bredere simulaties om te beantwoorden aan “wat als” vragen waarbij er de mogelijkheid bestaat om verschillende beleidsscenario’s tegen elkaar af te wegen.
  • Beleidsbeslissing: Het communiceren naar stakeholders om te tonen wat de beslissing kan zijn of om de beslissing te communiceren.
  • Implementatie: Digital Twin kan gebruikt worden om kort op de bal te spelen door data die binnenkomen via de implementatie te gaan gebruiken bij het bijsturen van het beleid.
  • Evaluatie: Samenbrengen van alle data om zo evaluatie te gaan maken voor de relatie tussen de verschillende fasen én de volgende cyclus te gaan voeden.

Local Digital Twin: Het is dus een data-gedreven beslissingstool waarbij de volgende kenmerken kunnen onderscheiden worden:

  • Virtuele voorstelling om een stad & processen digitaal voor te stellen.
  • Synchronisatie van de data, waarbij de frequentie zal afhangen van de use case en het gebruik van de Digital Twin – vb. data over gebouwen: minder synchronisatie nodig.
  • Data kwaliteit: Nood aan correcte, actuele, betrouwbare en transparante data.
  • Geeft cross-domein inzichten: samenbrengen en op basis daarvan cross-domein inzichten mogelijk maken.
  • What-if simulaties zijn mogelijk: impact analyses gaan mogelijk worden, vb. door aanpassen van indicatoren.
  • Ondersteunen van evidence-based beslissingen: Via data beslissing onderbouwen.

Maar er zijn uitdagingen: Interoperabiliteit, orkestratie van modellen, standaardisatie. Hier loopt onderzoek naar bij Imec en op Europees niveau.

Cruciaal om mee te nemen is dat de data centraal staan.

Een aantal basisprincipes die daarom moeten gevolgd worden: Toegankelijkheid, vindbaarheid, veiligheid, uitwisselbaarheid, betrouwbaarheid, herbruikbaarheid, privacy, kwaliteit, transparantie (vb. hoe zijn de modellen getraind? Op basis daarvan beslissen voor welke use case het kan gebruikt worden). Via deze principes kan de kwaliteit bewaakt worden. Er is nood aan betrouwbare en kwaliteitsvolle Digital Twins om zo beleid te gaan vormgeven en beslissingen te gaan nemen.

Beslissing = data x interpretatie x cultuur

  • Interpretatie: Via applicaties om te presenteren aan gebruikers, ook domeinexpertise, vb. mobiliteitsexpert moet kunnen begrijpen wat het model zegt, datascientist gaat methoden bepalen, dus moet model ook kunnen interpreteren.
  • Cultuur: Zijn er bepaalde processen en rollen aanwezig in organisatie zodat data worden onderhouden en levenscyclus gestructureerd is, maar ook is er de gewoonte om gebruik te maken van data.
  • Digital Twin kan data & interpretatie gaan afdekken, maar cultuur is ook van belang.

European Commission Working Model voor Smart and Sustainable Communities: Je begint onderaan de ijsberg en gaat zo content en betekenis toevoegen. Op die manier kan je beslissingen nemen. Het EU systeem gaat uit van éénzelfde logica en er is een alineëring tussen beide. Daardoor kunnen we hier ook op verder bouwen via VLOCA.

Een aantal voorbeeldprojecten: DUET / Urbanage / Compair / Brugge

DUET (Lieven Raes / Jurgen Silence):

Sprekers: Lieven Raes (ADV) / Jurgen Silence (ADV)

Opname: De opname van dit onderdeel is beschikbaar via deze link.


DUET is een H2020 project, gecoördineerd door de Vlaamse overheid (ADV), met o.a. participatie van Imec, KU Leuven en TNO. Naast de use case focus op Vlaanderen zijn er ook use cases in Athene (Griekenland) en Pilsen (Tsjechië). Doelstelling is om een Digital Twin te bouwen die kan helpen bij het voorspellen en onderbouwen van beleidsbeslissingen. DUET laat toe om heel snel aanpassingen te maken, nieuwe cases te bouwen, visualisaties aan te maken.

Voorstelling van use case Gent: Doel is het afsluiten van een weg in de stad en te kijken naar impact op o.a. geluid en verkeer.

  • Demonstratie van het model voor bezoekers: Je kan zien dat de impact van het afsluiten van één brug een grote impact heeft op de gehele omgeving. De bezoeker kan de simulaties gaan inkijken, maar kan niet zelf een simulatie maken. Via de delta-laag kan begrepen worden wat de invloed is van een bepaalde beleidsbeslissing.
  • Demonstratie van het model voor experten: Je kan de view wijzigen, data-lagen toevoegen (o.a. 3D view van Gent, toevoeging van groen). Via “Change” de brug afsluiten. De verkeerssituatie zal wijzigen door het afsluiten van de groep. Via de delta-laag zal het duidelijk worden waar de luchtkwaliteit zal verslechteren en verbeteren. Voor het geluid kan eenzelfde situatie gesimuleerd worden.
  • Tot slot de simulatie van stikstofdioxide via VITO datamodellen, gekoppeld aan het DUET project. De delta laag zal aangeven wat de verschillen zijn. Momenteel focus op de snelheid van de berekeningen en de visualisering.

DUET Pilsen: In Pilsen werd een gelijkaardige simulatie gemaakt voor het afsluiten van een brug, ook in de praktijk toegepast en het model bleek zeer correct. Voor luchtkwaliteit werden een aantal simulaties en fictieve berekeningen gemaakt. Met de beleidsmakers en experten gaan we dan ook kijken wat een sterke of beperkte daling en/of stijging is.

DUET Athene: Athene focust op verkeerstellingen en air quality sensors. Dit geeft een andere kijk op de Digital Twin en laat toe om burgers meer context te geven. Dat is een belangrijk principe van DUET: Het is ook een communicatie tool naar burgers toe.

DUET T-cell architecture:

  • Tool voor beleidsmakers en burgers
  • Realiseren van specifieke cases en scenario’s
  • Ondersteunen van beleidsmakers startende vanuit bestaande componenten.

Doelpubliek: DUET is zowel voor burgers als beleidsmakers. Het is een digital twin die bestaande modellen, API’s en een verdere toegevoegde waarde wil creëren.

Compair

Sprekers: Lieven Raes (ADV) / Jurgen Silence (ADV)

Compair werkt o.a. met Telraam, Mobiel 21 en VMM. Lieven Raes demonstreert een dashboard over luchtkwaliteit, gebouwd via het Compair project. Compair gaat de luchtkwaliteit in schoolomgevingen meten en zal nu ook uitgebreid worden met stikstofdioxidesensoren. Een volgende stap is om ook via de burgers informatie te kunnen gaan verzamelen.

Urbanage

Sprekers: Lieven Raes (ADV) / Jurgen Silence (ADV)

Urbanage focust op hoe een Digital Twin kan ingeschakeld worden in de stad voor ouderen, waarbij het comfort wordt weergeven via een aantal parameters. De parameters kunnen door mensen ter plaatse bijgestuurd worden en zo kunnen – via AI – de kaarten verder verduidelijkt worden. Vb. bepalen van de schaduwplekken in de stad. Urbanage geeft ook een visualisatie van picknicktafels en banken. Er is ook een gamificatie aspect aan verbonden, zo de gebruiker toelaten om een bepaalde plek aan te duiden en te voorzien van informatie (vb. gevaarlijke situaties).

Digital Twin Brugge

Sprekers: Bram De Vreese (Stad Brugge)

Proces beschrijving: Beleidsplan 2019-2024 werden acties beschreven om de stad slimmer te maken. SDGs zijn het raamwerk. Begin 2020 werd beslist om in te dienen voor een use case met Imec: Focus op milieu en mobiliteit – wat is de impact van luchtkwaliteit als we een bepaalde verkeersbeslissing gaan nemen. Daarna werd dit verder verfijnd waarbij nieuwe functionaliteiten werden bepaald via workshops. Via innovatie workshops werd ook een planning opgemaakt. Het is een iteratief proces, er werd een bepaald mandaat gegeven aan de stad Brugge – meer dan enkel de use case gaan bepalen. Workshops zorgen voor kennis bij de stad over agile werken, big data en de waarde ervan, betekenis en waarde van een Digital Twin en het belang van een dataplatform (samen in opzet met Leuven & Roeselare). Het dataplatform zorgt voor mogelijkheid tot ownership over de data. Nu gebruiken we het Smart City Platform van Imec. Naast de historische data die we samenbrengen, ook nuttig om meer te focussen op de verfijning.

Bij Brugge was er oorspronkelijk weinig kennis, maar samen met Imec versterkt. Twee overheidsopdrachten: eentje voor het rekenmodel mobiliteit en het rekenmodel luchtkwaliteit. Modellen bieden het potentieel om bestaande berekeningen te gaan vervangen en de bevragingsfrequentie te gaan verhogen. Niet zeker of de modelleringen de verwachtingen zullen kunnen inlossen, maar de stad ziet er wel potentieel in als middel om de huidige modellen te gaan wijzigen.

Conclusie: Een intensief proces, waarbij veel actoren moeten aligneren. Kennis van Imec is gewaardeerd. Proof of concept is in ontwikkeling, en als stad investeren we in iets duurzaam en puur in iets innovatief investeren is niet makkelijk. Door de industrie te betrekken hebben we het gevoel dat het een product zal zijn om duurzamer te gaan inzetten.

Vragen

Michael Sibiet (Stad Leuven): DUET – Is het de bedoeling om uit te bouwen naar een Vlaamse toepassing zodat iedereen het kan gebruiken.

  • Jurgen Silence: Nu in ontwerp fase, we bouwen een aantal functionaliteiten, maar iedereen kan het gebruiken.
  • Michael Sibiet: En verzameling van de data, vb. 3D hoogtemodel loopt via Vlaanderen, maar vb. lokale bronnen (bomen). Hoe zien jullie dat?
  • Jurgen Silence: Via de DUET back-office kan je zelf lagen gaan toevoegen en zo combineren met wat in het systeem zit.
  • Michael Sibiet: Is er een bepaalde vastgelegde structuur, zijn er vaste parameters? Of is er uitleg in de metadata?
  • Jurgen Silence: De opbouw van de dataset, we laten het breed open zodat datasets met een breed format toegelaten zijn. De broker centraal moet zoveel mogelijk data toelaten. Eventueel wel wat omzetten.
  • Koen Triangle: Er is nood aan afstemmen van datastructuren en het bepalen van een woordenschat. Dit willen we doen via principes zoals ‘data under governance’ en ‘data under management’. We hebben daar een methodologie voor en die koppelen we vaak aan Smart Data. We moeten kijken hoe we data op elkaar kunnen mappen zonder er een ‘spaghetti’ van te maken, dat bespreken we in het VLOCA traject en willen we delen en afstemmen met de deelnemers.

Hendrick Meynen (MIVB Brussel): Brussel als complexe entiteit, er zijn meerdere actoren achter het project DUET. Kan je toelichten hoe DUET is ontstaan?

  • Koen Triangle: Ontstaan door een evolutie, Imec gaf presentatie op Supernova over een Digital Twin en toen hebben we een idee meegegeven. ADV was toen bezig met H2020 PoliVisu project. En die twee sporen vonden elkaar, en zo een H2020 funding project gevonden, met een consortium van internationale spelers – onderzoek & privé. Nu drie jaar onderzoek rond doen, loopt af in dec. 2022. Dus daarom kunnen we dit tonen.
  • Hendrick Meynen: Interessant om dit te horen, het is gradueel gegroeid.
  • Koen Triangle: Data transparantie en governance, dat zijn dingen die gradueel komen. Straks ook nog kijken naar het maturiteitsmodel voor de digital twin. Elke level dient een use case, en ze stijgen in complexiteit maar ze zijn ook complementair, afhankelijk van de use case waarop de focus ligt.

Bart De Lathouwer (Stad Rotterdam): Je sprak over smart data, wat bedoel je met smart data?

  • Koen Triangle: Big Data gaan over hoeveel, snelheid etc. Als je die data niet gaat structureren, dan is het een naald in een hooiberg, en dus via smart data proberen we data semantisch te beschrijven, en via ontologie gaan we data structuren, en zo context geven aan de databronnen. Vb. kwaliteit van de data zo gaan begrijpen – definiëren in een breder systeem. Zo de kwaliteit gaan laten begrijpen door de verschillende groepen die de data gaan gebruiken.
  • Bart: Dus semantische verrijkte data? Dat is een prima antwoord.

Gert Van Oost (Stad Antwerpen): DUET – Enkel visualisatie van het verkeersmodel in 3 kleuren of zijn er nog andere opties (met identify de verkeersintensiteit bevragen)

  • Jurgen Silence: Je kan elk wegsegment aanduiden en dan zie je de hoeveelheid verloop op ieder stuk wegsegment over een 24u cyclus.

Lieve Heyrman (Stad Leuven): DUET – Het is nog een simulatie, wordt er een accuraatheidscore aan toegevoegd om de kwaliteit van de data te bekijken en te weten hoe accuraat de resultaten zijn?

  • Jurgen Silence: Nee dat doen we nu niet, misschien in de toekomst wel als we meer data binnen krijgen.
  • Koen Triangle: Dat is ook voortschrijdend inzicht, het project werd 3 jaar geleden geschreven. De accuraatheid van de data, gaat ook samengaan met de cultuur. We gaan dan ook meten in de stad, en zo gaan afzetten tegen de simulatie en zo dan de loop gaan sluiten. Zo gaan we ook meten in de stad Brugge.

Conclusies uit de interviews

Sprekers: Martine Delannoy (Imec) / Maxim Chantillon (Imec)

Doelstelling/methodologie: Ter voorbereiding van deze workshop werd er een reeks interviews afgenomen. Deze dienen ter stoffering van het workshopgedeelte waarbij elke deelnemer wordt uitgenodigd om de belangrijkste drie conclusies mee te nemen naar de workshop straks. Er zijn 8 interviews uitgevoerd met in totaal een twintigtal personen uit 8 verschillende steden. Het topic hierbij was duurzame leefkwaliteit (luchtkwaliteit, verkeer en geluid).

Bevindingen:

Onderwerp Bevinding uit de interviews
Beleidsproces:
  • Wanneerwe met de steden spraken over het beleid, bleek dat alle steden een algemeen beleidsproces volgen.
  • Sommigen hadden ook nog een voortraject, maar het algemene lineaire proces wordt vrij strikt gevolgd.
  • Naast dit politieke en ambtelijke traject is er een cyclisch, iteratief proces ter ondersteuning van de hele stedelijk werking dat heel wat kansen biedt voor Digital Twin-achtige toepassingen.
Huidige praktijken:
  • Er wordt al gewerkt met centrale dataplatformen, of deze zijn in opbouw.
  • Er is wel technisch legacy (een wirwar van systemen) ontstaan door een historiek van decentrale ICT keuzes waarbij elk dienst of departement zelf een eigen toepassing in huis haalde met inefficiënties en overlappende aankopen als gevolg. Dit wordt momenteel aangepast door beslissingen over ICT aankopen te centraliseren.
  • Er is heel wat samenwerking tussen steden in concrete trajecten en netwerken. Dit neemt tijd in beslag maar wordt als waardevol ervaren. Beslissingen worden formeel genomen door de politiek. De administratie is bezig met het voorbereiden van adviezen en met het opvolgen van bepaalde indicatoren, maar beslissen zelf niet en brengen zelf weinig eigen zaken aan.
  • Er is een verschuiving merkbaar van datarollen en bevoegdheden van ICT-diensten naar de zogenaamde ‘business’ of de inhoudelijke domeinen. De waarde en het strategisch belang van data wordt erkend. Steden gaan ook vaak te rade bij externe partners en partijen om data, modellen en studies (bijv. Ruimtelijk of rond specifieke vraagstukken) aan te kopen.
Data & modellen:
  • Er wordt gebruik gemaakt van zowel interne als externe data.
  • Men voelt heel hard de noodzaak voor een datawarehouse, maar dit is nog geen gemeengoed.
  • Ook Citizen Science wordt al geregeld eens aangewend.
  • Qua domeinen is mobiliteitsdata al het meest ingeburgerd (data verzameld door stadsorganisatie), terwijl geluid en luchtkwaliteit (data verzameld door hogere overheid) nog eerder projectmatig en dus sporadisch worden aangewend.
  • Externe data wordt wel minder frequent gebruikt in het beleid.
Noden:
  • Er is absoluut een nood om de fundamenten rond data en databeheer verder uit te bouwen vooraleer de rol van data in beleid verhoogd kan worden. Standaardisatie is hierbij iets waar vaak tijd en middelen aan verloren worden.
  • Er is vraag naar een gedeelde infrastructuur om overlap te vermijden. Ook ondersteuning rond praktische dataverzameling is gewenst: welke sensor, hoe te gebruiken, kwaliteit,...? Men ziet hier echt heil in samenwerking op Vlaams niveau, zowel met andere steden, besturen, overheden maar ook bedrijven.
Drempels:
  • Datakwaliteit is een veelgehoord probleem.
  • De datamaturiteit bij de steden lijkt ook een issue om verdere stappen te kunnen zetten.
  • Gebrek aan middelen, zowel financieel, personeel met de juiste (data-)skills als tijd (te veel ander werk) worden aangehaald als issues om verdere stappen te zetten. Ook de huidige subsidiemechanismen en -benaderingen van steden zijn te vaak gericht op één-op-één relaties en stimuleren concurrentie. Zoals gezegd lijkt een samenwerking hier de juiste aanpak volgens steden.
  • Er waren ook vragen rond de openbaarheid van bestuur en de ‘causaliteit’, waardoor het gebruik van datamodellen en het inzetten van decision support tools soms als een boemerang zou kunnen werken voor beleidsmakers. Hier dient dus zeker aandacht aan besteed worden.

Workshop: Digital Twin in de beleidscyclus van duurzame leefkwaliteit

Moderatoren: Martine Delannoy (Imec) / Maxim Chantillon (Imec) / Dimitri Schuurman (Imec)

Notulisten: Steven Degelaen (ABB) / Fabian de la Meilleure (ABB) / Koen Triangle (Imec)

Doelstelling: Op basis van de belangrijkste uitdagingen voor de deelnemers, geïdentificeerd via de presentatie van de interviewresultaten, in groep nadenken over mogelijke oplossingen die kunnen geboden worden in het VLOCA kader. Nadruk lag daarbij op de volgende onderdelen: Standaardisatie / Technische componenten / Infrastructuur / Kennis / Principes / Andere. De groep werd ingedeeld in 3 groepen.

Uitkomsten:

Plenaire samenvatting van het interactieve deel

Groep 1: Heel wat interessante noden, vooral op het vlak van complexiteit van oplossingen, datakwaliteit, nodige gezamenlijke investeringen, samenwerking privé-publiek, standaardisatie, interactie en relevantie. Oplossingen binnen VLOCA focussen op technologische componenten en standaardisering. Zoals het instellen van kwaliteitschecks, centrale API’s voor data, integratie tussen verschillende simulatiepakketten en het aanleveren van data voor validatie en controle om betrouwbaarheid te bekijken. Voor standaardisatie heel wat voorbeelden en discussie over hoe aanbesteding kan zorgen voor navolging van standaarden (afdwingbaar, verhoogde criteria etc.). Rond kennisprincipes en andere ook heel wat punten zoals het vermijden van herhaling door lokale overheden en belang van herbruikbaarheid door ontwikkelende overheidsniveau (lokaal – regionaal) juist te kiezen.

Groep 2: Uitdagingen die aan bod kwamen zijn o.a. standaardisatie, afstemming tussen overheden, verantwoording rond data (o.a. data accountability) en rol van algoritmes. Mogelijke oplossingen die aan bod kwamen: een Architecture of Standards, datakwaliteit en checken van datakwaliteit via tooling en toetsen aan realiteit (via aannemers op terrein), voor sensoren zou een catalogus nuttig zijn (wie gebruikt wat en voor welke doelstelling), innovatie is belangrijk maar niet steeds voldoende middelen en datakwaliteit kan versterkt worden via een scoring systeem (nood: data worden steeds gebruikt in een bepaalde context dus rekening houden met de gebruikte context).

Groep 3: Uitdagingen waren o.a. het koppelen van gegevens (veel gegevens, vaak in silo’s, vaak ook datakwaliteit, formaten (2D-3D), up-to-date houden van data) en de weg van theorie naar praktijk (nog vele tussenstappen, soms zit wetgeving in de weg en dus ook praktisch mee omgaan). Ook gebrek aan standaarden en de nood aan interoperabiliteit kwam aan bod. Oplossingsrichtingen die aangehaald werden zijn o.a. smart principes en data governance, het semantisch annoteren om zo de interoperabiliteit te kunnen borgen en de nood aan actieve samenwerking met anderen om kennis op te pikken en te delen.

VLOCA Architectuur kaderen in relatie tot een Digital Twin

Spreker: Stefan Lefever (Imec)

Opname: De opname van dit onderdeel is beschikbaar via deze link.


Binnen VLOCA speelt zich heel veel af, met veel verschillende deelnemers en achtergronden. Het Local Digital Twin traject is één van de trajecten binnen VLOCA. VLOCA is een innovatieprogramma, en stelt zich als doel om kennisdeling naar een hoger niveau te brengen. De volgende thema’s werden besproken:

  • VLOCA architectuur: Waarom?
  • VLOCA architectuur: Hoe?
  • Architectuur van Local Digital Twins en data-gedreven beleid en waarom smart data essentieel zijn
  • Een holistische visie op (smart) data, informatie en IT
  • Terug naar de VLOCA architectuur
  • Digital Twin ambitions levels : stap voor stap aanpak
  • Korte vooruitblik op de volgende workshops

Wat betekent Local (in Local Digital Twin)?: Vroeger was het Urban, nu is het Local. We haken in op het Europese verhaal en terminologie. Op Vlaams niveau kunnen we de Local Digital Twin bekijken op het gemeentelijke niveau en de relatie naar Vlaanderen. Dus Digital Twins zijn nog steeds tamelijk innovatief en de uitdaging om deze uit te bouwen is wel stap voor stap aan te pakken. Agile is hot, maar kan in de praktijk ook wel werken. Het organiseren is de grote uitdaging.

VLOCA Architectuur: Waarom?: Via VLOCA worden referentie digitale vraagstukken bekeken, waarbij de vraagkant cruciaal is en de vraag en aanbod op elkaar gaan worden gelegd via de referentiearchitectuur zodat ze bruikbaar zijn voor de vraagzijde (tot op niveau van de componenten, standaarden, etc.). Zo komen tot een gemeenschappelijke taal, om zo onze informatie te delen en met elkaar te communiceren. Ambitie moet zijn om met VLOCA definities te gaan brengen, via VLOCA Compliance Scores, om zo een Kennishub te hebben die bruikbaar materiaal is voor de gebruiker.

VLOCA architectuur: Hoe?: Hoe kunnen we de referentiearchitectuur gaan zien? Via een onderverdeling in het business niveau, het functioneel niveau en het technisch niveau.

  • Business niveau: Er zijn problemen en we moeten daar een oplossing voor zoeken – waar willen we naartoe? Wat willen we bereiken? Dat is de focus voor de VLOCA trajecten en het waarom. Capteren van problemen en opportuniteiten. Moet aan de principes gekoppeld worden – zoeken naar vertalen van de FAIR+ principes en CAIRE principes.
  • Functioneel niveau: Wat moeten we gaan doen om het probleem te kunnen oplossen? Wat is de capability, wat zijn de capaciteiten om de problemen op te lossen? Belangrijk om de gemeenschappelijke vragen op te schrijven/te capteren en zo mee te nemen naar aanbestedingen wanneer we naar de markt gaan. Hoe kunnen we functionele vragen gaan omzetten. Welke capabilities zijn er nodig? Welke standaarden? Sinds start van VLOCA zijn er andere initiatieven ontstaan, zoals GAIA-X, de Smart Region Office, de Vlaamse Dataspace. VLOCA kan hier een deeltje bij gaan helpen om dit te vertalen naar de realiteit. Heel veel aspecten zitten ook vervat in what-if-scenario’s: Hoe moeten we hier mee omgaan (vb. stress in de stad, COVID beheersing, verouderde bevolking aan de kust)? Hoe de maatschappij beter gaan ondersteunen? Vb. er zijn te veel auto’s, dus mobiliteitsplannen gaan evalueren, maar wat is de impact? Vb. stress in de stad, hoe gaan meten en mee omgaan? Er zijn verschillende tijdshorizonten mee verbonden, dus zorgt voor erg veel complexiteit.
  • Technisch niveau: Welke techniciteit heb ik vandaag nodig om aan de noden van de hogere niveaus (business / functioneel) te voldoen?

Architectuur van local digital twin en data gedreven beeld: Een digital twin ambieert een sneller beleid gedreven door data (bij een data-gedreven beleid dient steeds opgepast te worden voor statistisch foute correlaties en causaliteit). Tegelijk zijn data erg divers, dus moeilijk te valideren en erg variabel. Dit maakt dat data-gedreven beleid een continu leerproces is.

  • Data passen in een piramide: Als je geen data hebt, dan ook geen informatie, kennis of wijsheid. Daarbij moet je rekening houden met het feit dat je moet weten hoe je data gewijzigd zijn. Als je data anders zijn dan tevoren, dan kan dit ook de inhoud gaan wijzigen en kan het je wijsheid over een bepaalde situatie gaan veranderen. Dus als je data anders zijn, dan moet je de datapipeline goed in orde krijgen om te weten wat er precies gewijzigd is in de data om zo met de data te kunnen omgaan.
  • ML lifecycle: In een data-gedreven beleid worden beslissingen een continue proces en die kunnen dus niet begrepen worden door enkel op één moment te gaan beslissen.
  • Smart data: de som van big data + semantiek + data kwaliteit + security + data protection + utility (= de mate waarin de data bruikbaar zijn voor datagedreven beleid en sturing). Utility: Is er een fit for purpose (want de data moeten hun doel kunnen dienen)?

Een holistische visie op (smart) data, informatie en IT: De stedelijke use cases zijn cross-domein, hier moeten we meer zicht op krijgen. Om te zorgen dat Vlaanderen een koploper kan worden, moet er een duidelijk link zijn naar de operationalisering. Maar wat is een Digital Twin dan? Heel veel onder de ijsberg, en we moeten trachten vanuit VLOCA om het te gaan “ontmisten”. Digital Twin Consortium: Zij hebben een digital twin periodic capability opgebouwd. Het is nuttig om het werk van VLOCA hier op te mappen en te begrijpen hoe de overeenkomsten zijn tussen beide. Ze hebben een periodieke tabel opgebouwd die agnostisch is, ze starten in de fysische omgeving om zo de simulaties te kunnen doen. 6 categorieën bestaan hierbij, zijnde data services, integration, intelligence, UX, management en trustworthiness. Dit consortium is gericht op de private industriële Digital Twin. Binnen VLOCA gaan kijken wat deze mapping betekend voor een publieke Digital Twin, want een publieke omgeving is veel complexer. Het biedt de mogelijkheid om te gaan kijken vanuit de industrie welke functionele capaciteiten beschikbaar zijn want ook voor een publieke Digital Twin moet je begrijpen wat het digitale aanbod kan zijn naar de markt toe.

Terug naar VLOCA architectuur: De VLOCA architectuur start vanuit een macro visie op Local Digital Twins, waarbij er een opbouw is via Data Spaces en Data Platforms. De dataplatformen kunnen zowel high als low velocity data vergaren, semantische context toevoegen etc. EU zet zeer sterk in op data spaces. De ecosystemen van actoren die al heel sterk met elkaar gaan communiceren is een data space, en EU wil een level playing field om niet enkel data te delen, maar ook contracten, gebruikersprofielen, enz. Hoe kan de data ontdekt worden? De data spaces zijn in volle ontwikkeling alsook hun governance, door Gaia-X o.a. Dus data delen en transparantie daarrond moet tegen 2025 een feit zijn – hopelijk – en we zouden dit ook vanuit Vlaanderen mee moeten krijgen en mee co-creëren. Data spaces zouden de moeilijkheden rond data althans gedeeltelijk moeten oplossen. Maar: nog niet voldoende. De use case moet gerealiseerd worden, en de koppeling en semantiek daarvan moeten nog steeds uit verschillende data spaces komen. Aangezien data spaces verschillende semantische achtergronden gebruiken, vraagt dat nog steeds management. Hoe kunnen we omgaan met heterogene data? Private sector heeft veel oplossingen, dat kan ook gebruikt worden in de publieke sector.

De VLOCA donut mapt quasi volledig op de tabel van het Digital Twin Consortium en er werden nog een aantal zaken aan toegevoegd. De donut helpt om het VLOCA te vertalen naar de gebruiker, het werkt beter dan een gelaagd model.

Next steps: Welke standaarden horen er bij? Welke vereisten en capaciteiten zijn er nodig? We moeten patronen vinden in de business vragen (WAAROM) en in de functionele vereisten en capaciteiten (WAT). Maar: belangrijke vraag – waar moeten we nu aan beginnen? We starten met kleine stappen en we moeten het besef creëren over wat er op ons afkomt en hoe er nu al iets mee te doen. Een Digital Twin kan verschillende ambitieniveaus hebben en dat helpt om elkaar te begrijpen. Er zijn 6 verschillende niveau’s, maar het één is niet beter dan het ander. Welk niveau je ambieert hangt af van wat je wil bereiken.

  • Level 1: Minder capabilities dan vb. Een niveau 6. Een 2D/3D map/system. Een klassiek GIS systeem, gaat de data visualiseren. Wat hebben we nodig? Externe data sources – vb. GRB, economische data, interne data sources – logistiek, mobiliteit. Via integratie een aantal zaken gaan doen.
  • Level 2: Connected to static data and metadata. Time series moeten opgeslagen worden, er is een historiek om de Digital Twin te gaan realiseren en om de data zo te kunnen gaan gebruiken. Er is een data capture en een vorm van data management. Hoe gaan we data bijhouden? Hoe gaan we ze analyseren?
  • Level 3: Link naar real-time. Vb. Sensoren, maar niet steeds real-time. Er zijn metingen in een bepaalde context, en die context factoren moeten meegenomen worden.
  • Level 4: Jump naar what-if scenario’s via het toevoegen van simulaties. Er is training via een bepaalde dataset, dus het kennen van de simulation assets is cruciaal. Er is nood aan een semantische onderbouwing en annotatie van de simulation assets. Smart Applications zijn de front end, vb. DUET. Hoe kan een verifiable data organisation gecreëerd worden om te zorgen voor een duidelijke connectie naar de eigen use cases?
  • Level 5: Niet besproken.
  • Level 6: Niet besproken.

Smart City Map of enabling (functional) capabilities: VLOCA moet een taal creëren waarbij we allemaal dezelfde inzichten en taal gebruiken.

Korte vooruitblik op volgende workshops: Basis boodschap: stap voor stap digitalisering/dataficering is mogelijk en afhankelijk van de business ambities. In de volgende workshops willen we focussen op specifieke klemtonen/patronen voor een data-gedreven beleid.

Vragen:

Bart De Lathouwer (Stad Rotterdam): Hoe vermijden we dat Data Spaces de nieuwe silo's worden?

  • Koen Triangle: Dat is nog in flux, en data spaces hebben tot doel om af te spreken binnen één domein en dus zo vermijden dat het silo’s worden, maar dit is nog iets voor de komende 5 jaar, o.a. via Gaia-X.
  • Bart De Lathouwer: in welke mate is Gaia-X dan normatief?
  • Koen Triangle: We volgen op en trachten dit kritisch toe te passen en te bekijken wat nuttig is. Geeft lessen en mogelijkheden om van te starten.
  • Gert Vervaet: Goed om alles kritische te bekijken, we moeten er rekening mee houden dat iets misschien 80% goed is en past bij de bredere context. Soms beter om het niet ideale te kiezen en verder te gaan met de groep i.p.v. weer te ontwikkelen.

Gert Vervaet (ADV): Modellen gebruiken intern een databank (spatial of andere), en die modellen sturen dan ook informatie uit via een bepaalde weg. Maar die weg kan anders zijn in Waze, bij Google etc. Dat zijn allemaal andere definities. En bij Open LR en AGORA-C opgelost, maar niet allemaal bruikbaar bij de Digital Twin. En we moeten daar over nadenken.

  • Stefan Lefever (Imec): Zeker meenemen in dataspaces. Als iemand een weg deelt, iemand die een scenario deelt, dan moet dat via één van de standaarden die daar aanwezig is, dan maakt het dat mogelijk om data te delen. Ge kunt niet verwachten om met alles rekening te houden.
  • Gert Vervaet: Open LR wordt ondertussen door een grote groep gebruikt, en dat is nu al succesvol.

Bart De Lathouwer (Stad Rotterdam): NGSI staat mee in je donut - wordt dit door VLOCA omarmt?

  • Stefan Lefever (Imec): De donut bevat een aantal voorbeelden, we kijken naar de Europese standaarden maar als er andere dingen moeten bijkomen, dan mag je het altijd laten weten.

Afsluiten & Next steps

Spreker: Steven Degelaen (ABB)

Workshop informatie is vanaf week 21/02 beschikbaar.

Volgende workshops vinden plaats op:

  • Donderdag 17/03/2022 – 13-17u – structuur en beheer van data
  • Donderdag 21/04/2022– 13-17u – simulaties op basis van modellering

Dit zijn meer technische sessies, en je moet over een technische bagage beschikken.

Vragen/opmerkingen mogen steeds doorgestuurd worden naar vloca@vlaanderen.be.