Presentatie

datum : 10/12/2020
Kennismaking presentatie

Voorstelling agenda en afspraken

Slides 1-3

Inleiding VLOCA trajecten (Annelien Dierick, ABB)

Slides 4-18

Combimobilititeit: waarom? (Anne-Marie Van Asbroeck (IMEC))

Intro

Slides 19-28

Er is een enorme shift op komst in mobiliteit en om ervoor te zorgen dat dit veilig, vlot en duurzaam kan gebeuren dient er goed afgestemd te worden. Hoppin- of mobipunten zijn daarbij een belangrijke schakel in het geheel: ze zijn herkenbaar, laten een vlotte overstap toe en diensten kunnen hierrond optimaal georganiseerd worden. We gaan vermijden dat we eindigen met allerlei aangebouwde koterij door samen te werken aan een eengemaakte visie van die VLOCA en haar Standaarden. Waar zal in dit project aan gewerkt worden?
• Op het vlak van het Ecosysteem: mapping van de initiatieven in de markt - ook voor de EU, het in kaart brengen van data van steden en gemeenten, mobiliteit en service providers door kennisdeling.
• Onderzoeken: naar tools en services voor interoperabiliteit tussen spelers zoals steden en gemeenten, MOW, AWV, MaaS spelers, in samenwerking met OASC (Minimum interoperability mechanisms, etc); naar het instellen van een level playing field : de overheid faciliteert marktspelers met Standaarden, implementatie, business cases, afsprakenkader; naar verwachtingen ten aanzien van de digitale zuilen, verwachtingen ten aanzien van de data-infrastructuur.
• Rekening houden met OSLO mobiliteit door te participeren in de OSLO oefening om raakpunten met VLOCA te onderzoeken en te ontdekken (NeTEx, Datex, ANPR,..) Er wordt rekening gehouden met de verschillende stakeholders in het landschap.

Overzicht initiatieven (gemodereerd door Anne-Marie van Asbroeck (IMEC))

De basisinfo over deze projecten bevindt zich in de slides 29-45.

Mobiliteitscentrale (Paul Theyskens, MOW)

Dit project heeft een sterke reizigersfocus en is gericht op het plannen, boeken en betalen van ritten. Hiervoor worden statische (locatie) en real-time data van verschillende partners geïntegreerd en in Hoppin-/mobipunten ontsloten. Interoperabiliteit is van groot belang.

National access point transportdata.be (Paul Theyskens, MOW)

Transportdata.be is een website om mobiliteitsdata te delen en moet dienen als centraal punt om die data ter beschikking te stellen voor hergebruikers in binnen- en buitenland.

Europese Standaarden en regelgeving (Paul Theyskens, MOW)

Dit project draait om de uitwerking van de EU richtlijn MultiModal Travel Information Services (MMTIS) en de Gedelegeerde Verordening van de EC waarbij in lijn met EU Standaarden mobiliteitsdata ter beschikking gesteld moeten worden van derden voor hergebruik. De implementatie gebeurt gefaseerd en gaat alsmaar meer details omvatten, zoals bv ook disruptie van bijvoorbeeld busvervoer etc.

Hoppin punten (Natascha Blommaert, AWV)

Het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) is verantwoordelijk voor het opzetten van de infrastructuur en de aanbestedingen voor de installatie van de Hoppin punten. Hiervoor worden raamcontracten uitgewerkt voor het opzetten van de zuilen als dienstverlening voor de gemeenten en om erover te waken dat de herkenbaarheid en uniformiteit van die punten verzekerd is doorheen heel Vlaanderen. Een deel van die punten zal geïnstalleerd worden op gewestwegen door AWV zelf, een 750-tal punten door de gemeenten; in totaal zo’n 1.000. Er is een analoge en digitale component. De data die gebruikt worden zijn die van de Mobiliteitscentrale.

IoT gestuurde mobi-punten (Ewout De Pauw, stad Stad Aalst)

Dit project dat gecoördineerd wordt door de intercommunale SOLVA (21 gemeenten in arrondissement Aals-Oudenaarde) is erop gericht om in de streek de inpassing van de Hoppin-punten te optimaliseren. Er is reeds vanalles gaande, maar een evaluatie dringt zich op. Hoe kan de kennis van vandaag gebruikt worden voor de Hoppin-punten van de toekomst. Een Proof-of-Concept evaluatiekader wordt uitgewerkt.

eHUBS - Smart Shared Green Mobility Hubs (Eli Nomes, stad Leuven)

De Vlaamse/Leuvense component van dit EU project geleid door de stad Amsterdam en met deelname van 7 EU steden is erop gericht 50 mobipunten met geïntegreerde e-mobiliteit uit te rollen in het Leuvense. Er is een specifieke taak binnen het project rond data. Harmoniseren van datastromen is een belangrijke doelstelling en er wordt een bijdrage geleverd aan TOMP-API.

Slimme mobiliteit als hoeksteen van een levendige dorpskern (Kenny Stevens, Geetbets)

Om een veiligere en aangename dorpskern te realiseren worden allerlei sensoren toegepast, ANPR camera’s etc. Maar een deel gaat om politionele data die niet zomaar overal voor gebruikt kunnen worden. In dit project wordt gekeken naar welke technologieën ingezet kunnen worden tegen sluipverkeer in kleine gemeenten en tegelijkertijd wordt gekeken hoe ook met het zelfde doel de dorspkern heringericht kan worden waarbij toch een vlotte mobiliteit gevrijwaard blijft. Beslissingen hierover zullen gebaseerd zijn op mobiliteitsdata. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een raamovereenkomsten voor andere kleine gemeenten en dorpskernen zodat ook zij perkeerproblemen en sluipverkeer kunnen aanpakken..

Slimme mobipunten (Veerle Aerts, Peer)

Dit project is reeds afgelopen, maar heeft geleid tot een standaardisatie en modulariteit van de elementen die samen een mobipunt maken om ruimtelijke verrommeling te voorkomen en de prijzen te drukken en daarbij IoT ingebouwd zien op "Plug & Play" wijze. Welke data zijn bv nodig opm een mobipunt optimaal in te planten? Veel inspiratie voor het traject kan hier gevonden worden en hier wordt weer richting raamovereenkomsten gewerkt.

Mobipunt VZW API (Bram Roelant, Mobipunt VZW)

In dit project wordt data die gegenereerd wordt rond de fysieke locaties van mobipunten via API ontsloten naar het bredere palet aan mobiliteitsplatformen in Vlaanderen. Centralisatie van data is noodzakelijk. API en software in ontwikkeling met een sterke focus op gebruiksvriendelijkheid.

Velopark (Pieter Morlion, fiestberaad)

Velopark.be is een digitaal platform dat informatie over fietsenstallingen voor iedereen beschikbaar maakt. Door te koppelen met andere data zoals openbaar vervoer en data van steden en gemeenten, kan zo de velomobiliteit aangezwengeld worden. Deze afstemming is in nederland bijvoorbeeld al veel beter uitgebouwd. Er wordt statische data verstrekt en real-time waar mogelijk/ de applicatie is volledig gebaseerd op open data en is nu al volledig OSLO-compatibel.

OSLO mobiliteit: dienstregeling, uitvoering en planning (Dimitri Schepers, PWC Tim Coninx, De Lijn)

Dit OSLO-traject is erop gericht reizigersinformatie semantisch te verrijken en te structureren in samenspraak met de belanghebbenden (gemeenschappelijk begrippenkader). De eerste generieke standaard is reeds gemaakt en nu wordt er verder concreet gewerkt bv voor de dienstregeling. .

OSLO mobiliteit: trips en aanbod (Dimitri Schepers, PWC)

Dit OSLO traject draait om de ontwikkeling van een OSLO-standaard die erop gericht is vraag en aanbod van mobiliteit door data-analyse beter op elkaar af te stemmen.

OSLO mobipunten/hoppin-punten (Joshua Declercq, MOW)

Hier worden de Standaarden geconsolideerd tot 1 model met focus op de infrastructuur, i.e. de Hoppin/mobipunten.

OSLO fietsnetwerk/fietsinfrastructuur (Joshua Declercq, MOW)

Dit OSLO-traject loopt al langer en heeft dezelfde doeltellingen als bovenstaande OSLO-trajecten maar met een focu op velomobiliteit. Het bovenlokaal fietsnetwerk is een belangrijk deel van de modellen. Er wordt ook gekeken naar standaardisering van velomobiliteitsmetingen die hier en daar lokaal gebeuren, om ervoor te zorgen dat ze breder gebruikt kunnen worden. Men wil ook de verschillende projecten die zich enten op die fietsinfrastructuur beter linken.

Cityflows (Anne-Marie Van Asbroeck, IMEC)

CityFlows brengt multimodale stromen in een stad in één real-time zicht door mobiliteitsgerelateerde datastromen (Slimme Verkeerslichten, Telecom, WiFi scanning, Floating Car Data, Slimme Camera’s, open data …) te bundelen via datafusie. Dit project richt zich echt op alle stromen en behelst een grote verscheidenheid aan data. Focusgebied is de Antwerp Smart Zone.

Samen naar een gedeelde architecturale visie ​(Stefan Lefever, IMEC)

Slides 46-57

Op basis van de net voorgestelde projecten is het duidelijk dat er al veel in beweging is zowel in-the field als conceptueel, de OSLO-trajecten en dit alles zal ooit samen moeten komen. VLOCA zal niet alles oplossen en heeft ook die ambitie niet, maar wil daaraan bijdragen.
Er is ook veel aan de gang in de slimme steden zelf, waar het thema mobiliteit sowieso zal samenkomen met andere thema’s en daarbij moet die Open City Architectuur helpen. Zo is de EU bezig met standaardisering (CEN/TC 684), waarbij ook Agoria-ICT voor Vlaanderen de spiegelcommissie is. Het Wereld Economisch Forum erkent de nood aan zogenaamde Infratech, infrastrustuurtechnologie en daarin speelt de overheid een cruciale rol. Een voorbeeld daarvan zijn de hoppin/mobipunten. Interoperabiliteit en datakwaliteit staan centraal en data-uitwisseling is cruciaal.
In dit project zijn we begin dit jaar gestart met een blauwdruk als uitgangsbasis die een visie beschrijft en waaruit dan principes komen om die architectuur vorm te geven. Daarnaast komen daar ook, gebaseerd op de verschillende marketplaces modulaire Componenten die herbruikbaar zijn, digitaal connecteerbaar en deze kunnen gaan van sensoren tot een bruikbare applicatie voor de burger of overheid. We zullen in VLOCA rond deze principes werken en die gestandaardiseerde Componenten.
Aggregatie uit invulformulieren die door de deelnemers ingevuld werden: Hieruit kwamen 3 domeinen naar voor die belangrijk zijn om mee te nemen in VLOCA (niet-exhaustief):
1. Gebruik: voor wie, wat zijn de noden?: multimodlaiteit, gebruikerssegmentatie, efficiente betaling en bruikbaarheid van real-time data.
2. Sturing: hoe willen we de data gebruiken om te kunnen sturen? : hoe kan de dienst geoptimaliseerd worden vanuit de data?, cross-domain koppelingen (luchtkwaliteit, veiligheid, parkeerbeleid), data voor multimodale stromen, optimalisering voor beleid, financieel etc.
3. Future-proof elementen: verdere elektrificatie van de mobiliteit (mobiele media als energie-opslag), combinatie met pakketdiensten etc.
Hoe nu een uniforme digitale architecturale aanpak realiseren om uiteindelijk te komen tot een cross-domain open urban platform?
Daarnaast werden ook de volgende meerwaarden die VLOCA kan leveren, geïdentificeerd: betaalbaarheid, herbruikbaarheid, versnelde implementatie, innovatie en adoptie, meer open beschikbare data als hefboom om sneller oplevering mogelijk te maken, betere datakwaliteit zodat er snelle en actionable data zijn, datafusie mogelijk maken, security, data-ownership (IDSA) en privacy, betere beleidsinschattingen en meer gerichte financiering. Voor al deze meerwaarden is data een bruikbare grondstof en voor deze data zijn er een aantal belangrijke aandachtspunten. Wat naar voor kwam uit deze bevraging blijkt net hetzelfde te zijn voor het thema water. Door te werken op deze aandachtspunten voor data wil VLOCA meehelpen om sneller, gerichter en dynamischer uit te rollen.
Om dit te doen is een werkwijze nodig, een structuur. Er bestaan al veel referentie-architecturen die dit toelaten. Het OpenDei project wil uit al die verschillende referentie-architecturen een model genereren dat applicatiedomeinen overstijgt en interoperabiliteit vooropstelt. Hierrond werden ook een aantal OpenDei principes gedefinieerd en het model is het 6C model (customization, community, content/context, computing, cyber en connection). Dit model willen we gebruiken als referentie om ons te gidsen; bovendien willen we deze pyramide top-down aanpakken waarbij we starten met customization. Zo hebben we ook de workshops georganiseerd, de eerste WS zal gaan om de value-proposition, welke applicaties, services en beleidsnoden? Deze Ws is eerder voor business en policy profielen. De tweede WS zal eerder gaan over het connect/context en compute gedeelte, eerder data gelinkt en voor data-profielen. De derde workshop over de infrastructuur, de digitale infrastructuur die nodig is om dit te doen (ANPR, 5G, Tellus, andere sensoren) voor infra-ICT profielen. De laatste werkshop zoomt dan uit en gaat dan over de transversale thema’s zoals security, interoperabiliteit, cross-domain etc.
Semantische onderbouw als leidraad om babylonische spraakverwarring te voorkomen, een gezamenlijke taal. Alles staat op de kennishub, een online webplatform gebaseerd op mediawiki, goed geschikt om co-creatie te doen. Binnen die gemeenschappelijke taal van VLOCA zijn er een aantal belangrijke centrale termen. VLOCA adresseert cross-cutting concerns (bv security), heeft een aantal systeemeigenschappen (bv interoperabiliteit en schaalbaarheid) en bevat [[::Category:Bouwlagen| Bouwlagen]]. Principes zijn belangrijk om openheid te realiseren, het zijn essentiële termen en Componenten, er zijn Standaarden die die Termen & Concepten specifiëren, Organisaties en projecten die die Standaarden beheren en Componenten die Standaarden, Termen & Concepten implementeren.
Het project van Peer is een goed voorbeeld van dit alles. Hier werd gekeken naar wat de uitdagingen zijn van het realiseren van een mobipunt. Wat zijn de ruimtelijke en digitale uitdagingen? Wat is er nodig om er een digitaal knooppunt van te maken? Dit als voorbeeld, maar uiteindelijk moeten al die initiatieven samengebracht worden en moet binnen die gemeenschappelijke taal gebouwd worden aan die architectuur om een VLOCA schema te realiseren met aandacht voor wat nog kan komen in de toekomst.

Discussie en werkplan workshops (Nils Walravens/Mathias Vancompernolle (IMEC))

Slides 58-66

De timing van het traject met de verschillende workshops wordt overlopen. Naast de workshops zal een groot deel van het werk ook moeten gebeuren tussen de workshops in en daarvoor is de kennishub het platform om dat te doen.
De globale doelstelling van het traject wordt nog even geschetst. Doel is die VLOCA, maar we gaan niet in detail cases uitwerken. Uit de input werden een aantal mogelijke vragen/topics gedistilleerd en voor elk van die topics met hun subtopics zullen 3 vragen gesteld worden:
1. Is dit het juiste topic? (werd dit correct gedistilleerd uit de geleverde input in de invulformulieren.
2. Zijn het de juiste / Ontbreken er subvragen?
3. Welke andere topics zijn er nog?

Klantrelatie

Wie heeft/wil de klantrelatie? Issues hier zijn bv. veelheid aan toepassingen, combimobiliteit, een andere login voor elke toepassing...
Hoe organiseren we dat zonder dat de gebruiker daar last van heeft?
MaaS en betalen?
En die klantrelatie heeft natuurlijk zijn implicaties voor betalingen, want naast data zullen ook deze uitgewisseld moeten worden. bv. derdebetalerssyteem mogelijk maken: alle bezoekers aan een event mogen gratis met de bus komen. --> de architectuur moet aandacht hebben voor verschillende types transacties.
Opmerking: MOW heeft een MaaS project (Vlaams MaaS afsprakenkader) waarin dit aan bod komt, dus best daarmee aligneren. Breng wat uit dat project komt ook hier in. Het is wel niet juridisch afdwingbaar, maar hier wordt overeengekomen tussen alle spelers in het ecosysteem.
A: Dit zal zeker gebeuren door VLOCA.
Worden er al architecturale aspecten meegenomen in dit Vlaams MaaS afsprakenkader?
A: Er is een werkgroep rond data en technologie waarin tech mapping (OSLO, TOMP-API, …) bezig is, maar niet specifiek voor dit topic, doch aansluiting is zeker nodig. Opmerking: In Vlaanderen wil men SOLID principes gebruiken om hiermee om te gaan (bestuurscomité kruispuntbank Vlaanderen) zodat personen zelf de regie hebben over hun gegevens. Opmerking: Hou ook rekening met niet-Belgen en dat die mogelijk niet dezelfde mogelijkheden hebben.
welke visie is er voor die 1.000 Hoppin zuilen in Vlaanderen? We mogen de realiteit niet uit het oog verliezen en ook die visie mee te nemen. Theorie en praktijk dienen goed op elkaar afgestemd te worden.
A: Jazeker!
Opmerking: Opgepast voor het “techie” standpunt in SOLID, graag ook aandacht voor het gebruikersstandpunt, anders is het risico groot dat gebruikers afhaken.
A: Het identiteitsconcept en zelfbeheerconcept is belangrijk. Opmerking: Vanuit praktijk beginnen! MaaS en betalingsproblematiek is niet oplosbaar in de mobipunten. Er zijn al andere initiatieven mee bezig. Derdebetalerssytemen kunnen wel behandeld worden, maar dat is eerder een administratieve formaliteit. Wat vooral ontbreekt is dat bestaande user-journeys nog onvoldoende gebruikt worden. Dat gebeurt nu wel, maar we moeten vermijden dat elk mobipunt dat apart gaat doen met data van de Lijn, NMBS etc. Zet de mobiliteitscentrale als eerste gebruiker voorop en genereer iets generiek dat dan verder gebruikt kan worden en aan derden aangeboden kan worden. Anders wordt er dubbel werk gedaan. Bv. voetgangersstromen in Brussel om overstappunten af te stemmen op die stromen. Heb niet enkel aandacht voor de eindgebruiker maar ook voor de noden van de tussengebruikers. Laten we werken aan een continuous improvement, en start met prioriteits-use-cases. Kijk hoe AGILE improvements daarin ingebracht kunnen worden.
A: We vermijden techie-standpunten door co-creatief te werk te gaan in de trajecten.

Toegang tot data

Hoe organiseren we toegang tot data? Belangrijke termen hier zijn: vindbaarheid, beschikbaarheid, toegankelijkheid (bv. ruwe data, visualisatie, dashboards…), bruikbaarheid (bv. detailniveau, real-time…) en openheid. Bijvoorbeeld: de mogelijkheid om mobiliteitsdata te verkennen tot op straatniveau en aanpassingen te doen aan het netwerk om het effect ervan te kunnen inschatten. We aligneren met OSLO.
Opmerking: De apetijt om data aan te leveren is kleiner bij bedrijven dan verwacht wordt op beleids- en tech-niveau. We moeten rekening houden met de economische realiteit en vraagstukken in deze voor die bedrijven in plaats van ons over te geven aan wishful thinking.
Opmerking: Een groot deel van wat hier op tafel ligt is al uitgewerkt door Mobipunt VZW, taxistop en E-Hubs project. Hou hier aub rekening mee want er wordt niet van nul gestart.
A: zeer waardevol, nemen we zeker mee.
Opmerking: Veel data zit vast in silo’s en achter betaalmuren.
Er zal een lijstje van potentiële topics voor de workshops gemaakt worden op de kennishub zodat deelnemers daar suggesties kunnen doen.

Data-Uitwisseling

Hoe organiseren we het uitwisselen van data? Hoe kunnen mobiliteitsaanbieders bepaalde data delen/moeten delen zonder dat dit essentiële informatie vrijgeeft voor concurrenten in een moeilijke markt (deelfietsen, deelauto's, etc.)? Kan een databroker dit mogelijk maken?
Data zit in silo’s en in verschillende (verouderde) vormen. Het is belangrijk om te komen tot hedendaagse databrokers, bruikbaar voor alle spelers, ook de kleine KMO.
A: toegankelijkheid en bruikbaarheid zijn belangrijke topics.
Wie beheert de data van de mobipunten? Hier is al aan gewerkt door allerlei organisaties, ook dashboards voor lokale besturen.
A: Dit gaat over het governance-vraagstuk. We zullen hiervoor aandacht hebben.

Meerwaarde voor (lokale) besturen

Vertaling naar de praktijk van het (lokaal) bestuur? Mapping van digitale en fysieke inplanting van de benodigde overstap-infrastructuur (gemeentelijke/stedelijke planning). Hoe kan data ontsluiting continu bijdragen tot een betere rollout van de combimobi infrastructuur?
Opmerking: Deze vertaling is zeer belangrijk voor lokale besturen, is een goede eerste stap. Maar ook voor bovenlokale overheden.
Opmerking: een goed overzicht van bewegingen is al zeer interessant voor lokale stakeholders (ook KMO’s), snel leren over lokale mobiliteit (bv over files en luchtvervuiling door verkeerde instelling van verkeerslichten). Hoe kan de lokale mobiliteitsambtenaar deze info overdragen naar lokale stakeholders?
Q: Kunnen we de koppeling maken met wat er gebeurt in de vervoersregio’s? Kunnen de mobipunten geëvalueerd worden over de regio’s heen?
Q: Hoe zit het met de governance van dit project zelf? Is er voldoende afstemming met MOW? Hoe vermijden we dubbel werk en zorgen we ervoor dat dit alles versterkend werkt.
A: daarvoor is de kennishub opgezet en er zal zeker met MOW samengewerkt worden, ze zijn hier cvandaag ook aanwezig. Al wat impact heeft op het architecturale plaatje zal afgestemd worden.
A: er is sinds begin januari een nieuwe Hoppin medewerker bij MOW, dus maak daar gebruik van.
A: er is een ambtelijke stuurgroep in dit project met brede vertegenwoordiging van Vlaamse administratie (MOW, AIV, VLAIO, ABB, VMM).
Q: Zal ook de visie van de burgers meegenomen worden?
A: Er is een deelproject in het programma basisbereikbaarheid specifiek over mobipunten. Er is een manager op businessniveau die de stakeholders samenbrengen en het zou goed zijn dat deze oefening daarop kan aansluiten (via programmamanager Eric Sempels).
Voor MOW, mobiliteitscentrale is herbruikbaarheid van service belangrijk zodat anderen daarmee zelf aan de slag kunnen voor hun eigen lokale initiatieven.

Slotvraag : wat willen jullie concreet gerealiseerd zien op het einde van het traject ?

Vb. Gedeelde informatiemodellen, gedeelde semantiek, afspraken rond communicatie Standaarden en uitwisselings Standaarden, protocollen, voorbeeldclausules voor bestekken, gebruik bestaande bouwblokken, ...
Opmerking: Bezorgdheid mbt de timing van de workshops en alignering met allerlei projecten van MOW die pas opleveren in 2021 en 2022.
A: Timing is een belangrijke parameter in dit verhaal, we houden hiermee rekening; er zal een traject gemaakt worden rond data-brokers etc. VLOCA gaat net bijdragen aan alignering tussen de verschillende lopende initiatieven. VLOCA is geen eindpunt.
Opmerking: MOW kent zeer harde deadlines tov kabinet en timings zijn gebetonneerd. Ook de inzet van MOW in VLOCA wordt hier deels door gehypothekeerd. Er zijn reeds heel wat vertragingen. Het gaat niet alleen om timing, maar ook om capaciteit om hieraan te werken. Toch een beetje de indruk dat er dubbel werk gedaan zal worden, dus kijk goed wat al gebeurd is zodat MOW-ers niet extra belast worden.
A: We zullen waar mogelijk zaken ter hergebruiken en geen dubbel werk te genereren.
Q: Wordt het resultaat van dit traject overgedragen aan een operationele organisatie?
A: Dit is werk voor het governance werkpakket. Hiervoor worden een aantal realistische scenario’s opgesteld en voorgelegd en besproken in verkennende gesprekken.
Opmerking: Er is veel in beweging, breng zaken samen en kijk waar de missing links zitten in wat er al bezig is, misschien wordt daar best op gefocust en zo kunnen win-wins gerealiseerd worden. ,
Opmerking: Er zijn al vele harde deadlines van projecten die gehaald moeten worden en die deadlines veroorzaken/linken met silo’s. En toch is alles in constante evolutie. Zorg ervoor dat silo’s ge-elimineerd kunnen worden en duplicaties vermeden. Werk naar een toegankelijke service toe, eenvoudig op in te loggen. We moeten ons organiseren naar constante verandering.

Dank voor de waardevolle input!


Verdere feedback en voorbereiding workshop 1 (Piet Seuntjens (VITO) en Stefan Lefever (IMEC))

Slides 67-77

Piet schetst het belang van de kennishub als centraal gegeven in de trajecten.

Stefan legt uit hoe er praktisch gewerkt kan worden met de kennishub (aanmaken account, content toevoegen, taggen etc.).

Afsluitend woordje (Annelien Dierick, ABB)