Introductie (Waarom?)

VLOCA verenigt iedereen die betrokken is bij slimme en open steden, om samen een ‘open city architectuur’ te co-creëren. Zo’n architectuur zorgt ervoor dat een toepassing die in de ene gemeente ontwikkeld wordt, ook in een andere bruikbaar is. En dat al die sensoren, platformen en applicaties probleemloos informatie kunnen uitwisselen.

VLOCA wordt tastbaar gemaakt via thematische trajecten, waarvan één rond Hoppinpunten. Dit zijn fysieke plekken waar je vlot kunt overschakelen van het ene vervoersmiddel op het andere. Zo’n punt kan bijvoorbeeld aan een station of bushalte liggen en ook ruimte bieden voor deelfietsen of deelwagens. Op deze plaatsen stappen veel mensen over, daarom kunnen het goede plaatsen zijn om ook andere diensten aan te bieden zoals pakjesautomaten of laadinfrastructuur.

Hoppinpunten zijn een uitstekende case voor VLOCA, omdat ze overal in Vlaanderen gerealiseerd worden, over de gemeentegrenzen heen. Bovendien moet er informatie uitgewisseld worden over welke (mobiliteits)diensten aanwezig zijn in welk punt, en wat de beschikbaarheid ervan is (bijv.: aantal vrije deelfietsen,  parkeerplekken, of de doorkomst van bussen). Enkel zo kan reizigers een naadloze overstap gegarandeerd worden.

Werkwijze (Hoe?)

Workshops

In het kader van het Hoppin’ traject werden er een aantal workshops georganiseerd. De verslagen met bijhorende presentatie kan je vinden op de volgende pagina’s:


Geen werkgroepen gevonden

Leidende use cases

Daarnaast werd tijdens het Hoppin' traject gebruik gemaakt van drie leidende use cases:

Use Case 1: Evaluatie van een mobipunt​: De UC beschrijft de actie waarbij (een medewerker van) een lokaal bestuur de werking en gebruik van een huidig mobipunt wil evalueren. Deze medewerker heeft nood aan data om, aan de hand van statistische analyses, nieuwe diensten en verbeteracties te formuleren. Mogelijke gegevens zijn:​

  • Gebruik van blue bikes en deelfietsen op bepaalde tijdstippen​
  • Aantal zoekopdrachten of financiele verrichtingen aan het mobipunt voor adhoc verplaatsingen​


Use case 2: Operator wil diensten aanbieden: Een operator wil in de buurt/aan een hoppinpunt een nieuwe dienst aanbieden voor reizigers. Om de marktanalyse grondig te kunnen uitvoeren, heeft de operator data nodig over:​

  • Aantal passanten​
  • Huidig aanbod van andere operators en substituten​
  • Timeseries openbaar vervoer​
  • Aanwezige infratstructuur en huidig aanbod​


Use case 3: Reiziger die onderweg is: Deze UC beschrijft een bewegende reiziger die onderweg is tijdens een verplaatsingstraject van punt a naar punt b.​ De reiziger heeft de volgende noden:

  • De reiziger wil realtime inzicht over de beschikbaarheid van vervoersmodi op het hoppinpunt​
  • De reiziger wil proactief de reis plannen en indien mogelijk vervoersmiddel reserveren​
  • De reiziger wil gebruik maken van het scherm aan de hoppinzuil​
  • De reiziger wil onmiddellijk de betaling volbrengen ​

Resultaten (Wat?)

Het beleid

Hoppinpunten worden met een reden geplaatst: achter de realisatie zit de visie rond basisbereikbaarheid van de Vlaamse Overheid. Het is belangrijk om te weten wat de doelstellingen zijn, zodat zowel de realiteit als het digitale model de doelstellingen kunnen ondersteunen en helpen realiseren. Vragen zijn onder meer:

  • Welke doelstellingen wil de overheid realiseren
  • Wat is de beoogde doelgroep?
  • Wat zijn beoogde (mobiliteits)diensten op zo’n Hoppinpunt?
  • Wat is het minimumaanbod op zo’n Hoppinpunt?
  • Wanneer is zo’n Hoppinpunt geslaagd en hoe zal het succes opgevolgd worden?
  • Aan welke voorwaarden moeten diensten voldoen?
  • Hoe zal het aanbod en gebruik gestimuleerd worden: bijv. subsidies of andere voordelen?
  • Hoe kan ervoor gezorgd worden dat het aanbod over aanbieders heen consistent en vlot is?

De visie en het beleid rond basisbereikbaarheid liggen vast. De visietekst is beschikbaar via deze link , en is decretaal verankerd in het Decreet Basisbereikbaarheid.

De concrete materialisatie in het concept van de Hoppinpunten is nog in ontwikkeling, waardoor nog niet op al deze vragen een antwoord geformuleerd kan worden. Het is echter wel belangrijk dit scherp te hebben voor het concept uitgerold wordt (op straat en in de digitale werkelijkheid), zodat de uitvoering zo nauw mogelijk kan aansluiten bij de beleidsvisie.

Draaiboek: Ik wil subsidies aanvragen voor een Hoppinpunt

De werkelijkheid

De Hoppinpunten zijn eerst en vooral een fysiek gegeven: infrastructuur op straat waar verschillende vervoersmiddelen gecombineerd kunnen worden. Om dit concept digitaal te beschrijven binnen VLOCA, is het noodzakelijk om een goed zicht te hebben op hoe een Hoppinpunt er in de realiteit uitziet, zodat het digitale informatiemodel de situatie in de realiteit – en alle mogelijke situaties op alle locaties – goed kan beschrijven. Die werkelijkheid wordt zichtbaar in: de infrastructuur op straat, de locatie, de aanwezige diensten, nutsvoorzieningen, de relatie met de omgeving van het punt. De infrastructuur dient zo vormgegeven te worden dat ze maximaal in staat is om de beleidsdoelstellingen te realiseren.

Belangrijk hier is ook: wie zal de Hoppinpunten beheren: zowel de infrastructuur als de aanwezige diensten. Wie doet het onderhoud, maar ook: wie beslist welke diensten er aanwezig zijn, wanneer die voldoen aan de (kwaliteits)voorwaarden, wie behandelt vragen en klachten, wie zorgt voor de nodige aansluitingen etc.

Draaiboek: Ik wil een nieuw Hoppinpunt aanleggen

Draaiboek: Ik wil een mobiliteitsdienst toevoegen aan een Hoppinpunt

Het informatiemodel en de digitale werkelijkheid

De infrastructuur op straat staat niet op zichzelf. Doordat er diensten aan gekoppeld worden (doorkomsten bussen, laadpalen, deelwagens, parkeerplaatsen, ..) en er interoperabiliteit moet zijn met andere Hoppinpunten en diensten, moet er informatie uitgewisseld worden. We onderscheiden hierbij ruwweg drie niveaus.  

De digitale beschrijving van de infrastructuur / statische werkelijkheid

Eerst en vooral wordt er een informatiemodel gebouwd dat de infrastructuur op straat digitaal beschikbaar maakt. Het gaat dan over: de locatie van het Hoppinpunt, de afmetingen, de toegankelijkheid, de aanwezige diensten, .. Deze digitale beschrijving is nodig om een bijvoorbeeld de Hoppinpunten op te nemen in digitale kaarten of routeplanners. Daarnaast is een digitale beschrijving ook nodig om een inventaris te maken van alle Hoppinpunten en het overzicht te bewaren om zo de uitrol bijvoorbeeld te kunnen opvolgen. Hoppinpunten, of onderdelen ervan die nog gerealiseerd moeten worden, kunnen digitaal ook al omschreven worden, om de realisatie op te volgen of toekomstige mogelijkheden te communiceren aan gebruikers.

Informatiemodel: Statische informatie over Hoppinpunten

Artikel over Hoppinpunten & data-uitwisseling

De digitale weergave van het real-time aanbod en gebruik

In tweede instantie wordt best ook real-time informatie beschikbaar gemaakt: wanneer komt er een bus, hoeveel vertraging heeft die, hoeveel parkeerplaatsen zijn er vrij, is er een laadpaal beschikbaar, .. Zo kunnen gebruikers efficiënt hun reis of overstap plannen en kunnen de verschillende diensten op elkaar afgestemd worden. Deze informatie wordt typisch gebruikt door real-time multimodale routeplanners die een routekeuze geven aan de gebruiker, afhankelijk van de beschikbaarheid van vervoersmiddelen op een bepaald moment.

Aan sommige Hoppinpunten is een digitale zuil geplaatst. Hier zou deze dynamische informatie bijvoorbeeld geraadpleegd kunnen worden, dit dient nog nader gedefinieerd worden binnen het Hoppin-project.

Informatiemodel: Dynamische informatie Hoppinpunten

Reservatie en financiële transacties van diensten

Ten derde kunnen betalingen gebeuren van diensten (bus ticket, laadpalen, verzenden postpakket, gebruik deelfiets, ..) door integraties tussen verschillende partijen. Dit is bij uitstek het werkgebied van Mobility-as-a-Service oplossingen. Ook bieden sommige bankapplicaties al de mogelijkheid aan om te betalen voor diensten. Bijkomend kan ook reservatie-informatie uitgewisseld worden tussen gebruikers en mobiliteitsdiensten aan een Hoppinpunt. Zo zouden gebruikers een laadsessie of deelwagen kunnen reserveren.

Dit aspect is niet behandeld in het VLOCA traject. Deelaspecten I (statische informatie) en II (dynamische info) zijn nog onvoldoende matuur en dienen eerst verduidelijkt te worden, voor er een referentie-architectuur uitgewerkt kan worden voor reservatie & betaling.

Het Hoppin’ VLOCA traject als fundering van verschillende vervolgtrajecten

Het co-creatietraject, de Kennishub, de use cases, de draaiboeken en referentie-architectuur hebben een solide basis gelegd voor de digitale uitwerking van Hoppinpunten. Deze zaken worden verder uitgewerkt in de volgende trajecten: